Criteria: max f(S) / f(T) = 10, max f(T) / f(S) = 10, min f(S) = min f(T) = 5, min p(T|S) = 0.008, f1(S) ∈ [1, 10] → min p(T|S) = 0.3, f2(S) ∈ [10, 100] → min p(T|S) = 0.14, f3(S) ∈ [100, 1000] → min p(T|S) = 0.04
Bigrams: laat apparaat laat hem laat hen laat interactie laat kind laat me laat mij laat naald laat ons laat oog laat pagina laat patroon laat voordeel laat zich